Toen ik rond 1980 onder de indruk raakte van de platen van Joy Division had ik niet kunnen vermoeden dat 25 jaar later een redelijk getrouwe kopie van dat geluid door de muziekpers als modern en experimenteel gekwalificeerd zou worden. Het is een eer die het trio A Frames uit Seattle ten deel valt.
Inderdaad wijkt het geluid van A Frames sterk af van de meer gezellige new wave varianten die tegenwoordig hip zijn, met bands als Franz Ferdinand en Interpol. A-Frames, niet te verwarren met de Ierse band The Frames, gaat voor de duisternis in een minimalistisch muzikaal concept.
Monotoon, boos stampend in stevig marstempo, slechts een paar steeds herhaalde noten per kort maar krachtig nummer. Van melodieen is nauwelijks sprake.
Gitaar, bas en drum in maximale eenvoud strikt in het gelid, met daaroverheen de zeer op wijlen Ian Curtis gelijkende declamerende grafstem. In de uitermate plastische en sarcastische teksten is het einde der tijden continu nabij.
De albumtitel, afkomstig van een nummer dat verdeeld is in drie delen die over het album verspreid geplaatst zijn, beschrijft wat er overblijft als het zo ver is: een zwart bos zonder mensen. Pessimistisch wellicht, maar niet zonder stripboekachtige, ietwat zieke humor.
Doordraaiende technologie, met als gevolg totale eenzaamheid, ontwrichting en erger. In het krachtige ‘Experiment’ wordt het mooi op zijn Sneeuwwitjes samengevat: "One way mirror on the wall, who’s the loneliest of all?". Songtitels als Dead Train, Eva Braun, Quantum Mechanic, U-boat en Negative bieden ook een aardig overzicht van thematiek en atmosfeer.
Joy Division inspireerde talloze bands, op het Factory label en ver daarbuiten, zoals in ons land onder meer de Minny Pops. Het wat meer industrieel gekleurde A Frames, dat trouwens ook wel overeenkomsten vertoont met de oude knakkers van Wire, bewijst dat de traditie een kwart eeuw later nog helemaal leeft, ook in Amerika.
Aanvullende informatie:
14 tracks, Speelduur 34:34
Label: Sub pop
Distributie: de Konkurrent